Opvolging aanbevelingen Rekenkamer Zeeland
De Rekenkamer Zeeland voert onafhankelijk onderzoek uit naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de Provincie Zeeland gevoerde beleid. Per jaar worden een of meerdere onderzoeken gedaan, waar schriftelijk over wordt gerapporteerd. Deze rapportages bevatten vaak ook aanbevelingen.
In deze paragraaf wordt per onderzoek van de Rekenkamer Zeeland gerapporteerd over de opvolging van de gedane aanbevelingen. Dit is overeenkomstig artikel 186a van de Provinciewet, waarin gesteld wordt dat Gedeputeerde Staten hierover jaarlijks een overzicht aan Provinciale Staten toezenden (inclusief standpunt daaromtrent en de wijze waarop aan de aanbevelingen vervolg is gegeven).
In de jaarstukken 2023 is voor het eerst gerapporteerd over de opvolging van gedane aanbevelingen. Artikel 186a van de Provinciewet is namelijk per 2023 in werking getreden. In de jaarstukken van 2023 is opgenomen dat in de toekomstige jaarstukken zowel een toelichting wordt gegeven over de openstaande aanbevelingen per begin van het boekjaar, alsook over de aanbevelingen die gedurende het boekjaar door de Rekenkamer Zeeland worden voorgesteld.
Benutten van Europese middelen
Hoofdvraag
In hoeverre waren randvoorwaarden voor de Provincie Zeeland in de periode 2019 – 2023 aanwezig om succesvol Europese middelen te benutten, blijkend uit casuïstiek en is er gelet op de resultaten sprake van mogelijk onderbenut potentieel (indien meetbaar kwantitatief)?
Aanbeveling 1:
Geef Gedeputeerde Staten opdracht om een Zeeuws afwegingskader op te stellen over hoe en wanneer er wel/niet ingezet dient te worden op het benutten van Europese middelen en leg dat voor vaststelling voor aan Provinciale Staten. De good practice uit de provincie Zuid-Holland biedt een voorbeeld.
Stand van zaken per 31-12-2024:
Er is een eerste opzet gemaakt die op ambtelijk, management en Gedeputeerde Staten niveau wordt besproken. Het voorleggen hiervan aan Provinciale Staten is gepland in het tweede kwartaal 2025.
Aanbeveling 2:
Geef Gedeputeerde Staten opdracht om de Europastrategie te actualiseren, waarbij gebruik gemaakt wordt van de handvatten die volgen uit dit onderzoek.
Stand van zaken per 31-12-2024:
In het tweede kwartaal wordt een mid-term review van de huidige Europastrategie (Koersdocument Europa 2021-2027) gemaakt en aangeboden aan Provinciale Staten. Met aanvang van de nieuwe Europese programmaperiode 2028-2035 wordt een nieuwe Europa strategie gemaakt en aangeboden aan Provinciale Staten.
Aanbeveling 3:
Gedeputeerde Staten te verzoeken om een voorstel aan te bieden voor voorfinancieringsmogelijkheden – met als goed voorbeeld de voucherregeling bij OP-Zuid – gericht op minder draagkrachtige aanvragers van Europese subsidies. In de voucherregeling kan men deskundige ondersteuning krijgen voor een adequate aanvraag van Europese subsidies.
Stand van zaken per 31-12-2024:
De regeling is verlengd voor het programma OP-Zuid en zal openstaan voor alle oproepen in de huidige programmaperiode. Op dit moment zijn de budgetten van veel subsidieprogramma’s uitgeput voor deze programmaperiode. Eerste helft 2025 wordt onderzocht of het uitbreiden van deze regeling voor andere programma’s voor de huidige periode zinvol is of dat het voor de volgende programmaperiode voorbereid wordt voor OP-Zuid en andere subsidieprogramma’s.
Aanbeveling 4:
Geef Gedeputeerde Staten opdracht om zich in te spannen voor een Zeeuws breed subsidieteam dat dient als landingsplaats voor informatie-uitwisseling en afstemming over en stimulering van projectideeën en voorstellen.
Stand van zaken per 31-12-2024:
Het Europateam heeft samen met het regiobureau van het OZO initiatief genomen om dit Zeeuws subsidieteam weer opnieuw bij elkaar te roepen. De subsidie coördinatoren of strategen van de Zeeuwse overheden zijn hierbij uitgenodigd, aangevuld met de Zeeuwse Kennisinstellingen. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden in oktober 2024. Afgesproken is om met een frequentie van circa drie keer per jaar samen te komen en in de tussenliggende periode online contact te houden en informatie te delen.
Aanbeveling 5:
Geef Gedeputeerde Staten opdracht om de jaarlijkse monitoring naar een hoger niveau te brengen met daarbij aandacht voor streefwaarden, de cofinanciering die door de Provincie bijgedragen wordt aan Zeeuwse projecten en juistheid van gegevens. Agendeer de monitoringsrapportage jaarlijks in de commissie Bestuur.
Stand van zaken per 31-12-2024:
Er is een digitaal dashboard met monitoringsgegevens in ontwikkeling. Deze is in voorbereiding. De Monitoringsrapportage die Erac opstelt zal twee keer per jaar worden aangeboden. De eerstvolgende heeft peildatum januari 2025 en wordt begin maart aangeboden aan Provinciale Staten. Na de zomer zal de tweede rapportage worden aangeboden.
Aanbeveling 6:
Geef Gedeputeerde Staten opdracht om één keer per zeven-jaarlijkse EU periode het Provinciale beleid gericht op het benutten van EU-programma’s (toepassing afwegingskader en strategie) te evalueren en Provinciale Staten de resultaten daarvan toe te sturen.
Stand van zaken per 31-12-2024:
De Mid-term review van de programmaperiode 2021-2027 wordt in het tweede kwartaal 2025 aangeboden aan Provinciale Staten.
Risico’s bij samenwerking
Hoofdvraag:
Heeft de Provincie Zeeland zicht en grip op de risico’s bij majeure samenwerkingsverbanden waarin zij deelneemt?
Aanbeveling 1:
Laat periodiek op de Statenvergadering het ‘integrale risicobeeld’ ter bespreking agenderen.
Stand van zaken per 31-12-2024:
Eind 2024 is het onderwerp risicomanagement besproken in de Auditcommissie. Hierbij is een doorkijk gegeven naar de voor te stellen aanpassingen in het risicomanagementbeleid. Het geactualiseerde beleid wordt naar verwachting in april 2025 geagendeerd in Provinciale Staten ter besluitvorming. In dit beleid is vervat dat zesmaal gerapporteerd wordt over de risicoparagraaf. Vanuit het BBV is het verplicht een paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarrekening op te nemen. Daarnaast wordt in het kader van Provinciale invulling viermaal gerapporteerd over de risicoparagraaf bij de agendering van de grote projecten. Met het vast te stellen geactualiseerde risicomanagementbeleid wordt deze werkwijze bekrachtigd.
Stads- en Streekvervoer over de weg
Hoofdvraag:
Was het stads- en streekvervoer in Zeeland vanaf maart 2015 optimaal vraaggericht, verbindend, maatschappelijk toekomstgericht en duurzaam en welke lessen zijn op grond hiervan te trekken voor een mobiliteitsnetwerk in Zeeland?
Aanbeveling 2:
De Rekenkamer beveelt aan dat Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten opdragen om expliciet jaarlijks te laten rapporteren over de resultaten van het gevoerde beleid. Gedacht kan worden aan een bespreeknotitie ter behandeling in een Statencommissie.
Stand van zaken per 31-12-2024:
De voorbereiding van een rapportage over het gevoerde OV-beleid in een bespreeknotitie is gestart. Het wordt voorzien om dit in combinatie met de jaarstukken aan Provinciale Staten te versturen.?
Landbouwtransitie in Zeeland?
Hoofdvraag:
In hoeverre werden in de periode 2017 t/m 2021 de provinciale doelen met betrekking tot landbouwtransitie in Zeeland gerealiseerd en hoe effectief was daarbij de rolinvulling door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten?
Aanbeveling 4:
Betrek monitoring en evaluatie nadrukkelijk bij de uitvoering van voorgaande aanbeveling en verzoek Gedeputeerde Staten bij monitoring en evaluatie de handvatten te gebruiken die zijn te herleiden uit het onderzoek van de rekenkamer.
Stand van zaken per 31-12-2024:
Het gebiedsprogramma is in 2024 vastgesteld en aangedragen voor financiering van het Rijk. Het Rijk heeft 28 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering van koplopersmaatregelen. Dit is niet voldoende voor alle maatregelen. De precieze koplopersmaatregelen moeten daarom op basis van prioritering worden ingediend voor subsidie, wat begin 2025 gebeurt. Een belangrijke verplichting bij deze financiering door het Rijk is het monitoren en evalueren van de effecten. Hiervoor wordt een monitoringsplan opgesteld en is een vacature opengesteld om hier nog nadrukkelijke aandacht aan te geven.
Cyberveiligheid
Hoofdvraag:
Wat is het niveau van cyberveiligheid bij de provinciale organisatie, RUD Zeeland, NV Westerscheldetunnel en Westerscheldeferry BV en welke verbeteringen zijn daarin mogelijk wat betreft de doeltreffendheid van beleid?
Aanbeveling 2:
Blijf streven naar het voldoen aan de BIO (Baselline Informatiebeveiliging Overheid).
Stand van zaken per 31-12-2024:
Op basis van het behaalde ISO 27001 certificaat?en het uitgevoerde rekenkameronderzoek wordt aantoonbaar voldaan aan de BIO. In 2024 zijn we gemigreerd naar de gewijzigde norm ISO 27001:2023. Op 4 december 2024 is op basis van de verplichte jaarlijkse (externe) ISO 27001?audit bevestigd dat we ook voor 2025 gecertificeerd blijven uiteraard mits we de geconstateerde afwijkingen mitigeren.
In 2025 zullen we ook gaan voldoen aan de zorgplicht en de meldplicht van de nieuwe Cyberbeveiligingswet die momenteel in ontwerp is op basis van de Europese Richtlijn NIS-2.
Aanbeveling 3:
Scherp het veiligheidsbeleid van de Provinciale organisatie gericht aan om de weerbaarheid tegen (fysieke) indringers te versterken. Gebruik hiervoor de handvatten die volgen uit het rekenkameronderzoek.
Stand van zaken per 31-12-2024:
Sinds 1 april 2024 is het voor alle medewerkers, directie, bestuursleden en statenleden (kortom: iedereen die een zeeland.nl-account heeft) verplicht om de toegangspas voor iedereen zichtbaar te dragen in het beveiligde gebied, hetzij aan het verstrekte keycord, danwel aan de broeksriem.
Bezoekers die in het beveiligde deel moeten zijn krijgen een gele bezoekerspas (zonder sleutelfunctie) en mogen alleen onder begeleiding van een medewerker zich begeven in het beveiligde deel. Medewerkers moeten alle externe bezoekers (ook die voor het openbare deel) aanmelden in het Serviceportaal.
Monteurs, werklieden en andere bezoekers die zelfstandig in de gebouwen moeten zijn krijgen een groene pas met sleutelfunctie nadat ze zijn gescreend (VOG en geheimhoudingsverklaring).
Begin 2025 wordt een begin gemaakt met personalisatie van de toegangspassen voor medewerkers (passen worden bedrukt met naam en foto).