Uitgaven

0,43%
€ 2.662
x €1.000
0,43% Complete

Inkomsten

0,24%
€ 1.504
x €1.000
0,24% Complete

Saldo

10,69%
€ -1.158
x €1.000

1-2 Strategische opgave

Uitgaven

0,43%
€ 2.662
x €1.000
0,43% Complete

Inkomsten

0,24%
€ 1.504
x €1.000
0,24% Complete

Saldo

10,69%
€ -1.158
x €1.000

Landelijk Gebied en Stikstof

Omschrijving

Terug naar navigatie - Omschrijving

Door verbrandingsmotoren, industrie en uit landbouw komen stikstofverbindingen vrij. Deze verbindingen, NH3 en NOx, komen direct ofwel via neerslag terug in onze omgeving. Dit is niet alleen schadelijk voor onze gezondheid, het zorgt in natuurgebieden voor een toename van vegetatie die van een voedselrijke omgeving houden, ten koste van vegetatie die daar juist niet van houdt. Op haar beurt heeft dit weer gevolgen voor het voorkomen van andere soorten planten en dieren. Daardoor ontstaat uiteindelijk een afname van de biodiversiteit. Dit is op termijn ook schadelijk voor de economie. Landbouw en recreatie zijn namelijk gebaat bij een goede biodiversiteit.

Na het vernietigen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 is samen met het Rijk en de andere provincies gestart met een nieuwe aanpak voor de opgave stikstof. Provincie Zeeland geeft daarnaast ook haar eigen invulling: De strategische aanpak stikstof. Hierin werken we via drie actielijnen aan een goede staat van de Zeeuwse natuur:

  1. Vermindering stikstofdepositie.
  2. Versterken van de natuur.
  3. Informatie, communicatie en vergunningverlening.

In 2022 heeft het Rijk zowel de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering (WSN), als de startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) vastgesteld. De Zeeuwse aanpak is hier niet strijdig mee. Een verplichting uit de WSN is het opstellen van een gebiedsprogramma gericht op hoofdzakelijk stikstofreductie en natuurverbetering. Het NPLG heeft de invulling van dit gebiedsprogramma verbreed met water- en klimaatdoelen. Het concept Zeeuws Gebiedsprogramma is op 11 juli 2023 vastgesteld en aangeboden aan de Minister. In 2024 is op basis van het gebiedsprogramma ruim 28 miljoen euro verkregen van het Rijk om uitvoering te geven aan de zogenaamde 'koplopersmaatregelen'; maatregelen uit het gebiedsprogramma die op korte termijn (2024-2028) uitgevoerd kunnen worden en positief effect hebben op de doelen uit het NPLG. Ondanks dat dit NPLG door het kabinet afgeschaft is, en ook het transitiefonds is geschrapt, hebben Gedeputeerde Staten (GS) aangegeven door te willen gaan met de huidige aanpak. In 2025 zal daarom uitvoering gegeven worden aan deze maatregelen, die samen met de maatregelen uit het Programma Natuur, bij moeten dragen aan de reductie van stikstof en het herstel van biodiversiteit.

Ambitie

Terug naar navigatie - Ambitie

Provincie Zeeland heeft in de strategische aanpak stikstof de volgende doelen centraal gesteld:

  • Korte termijn (2020-2022): stikstofruimte vrij maken.
  • Korte termijn (2020-2022): een systeem ontwikkelen waarmee vergunningen kunnen worden verleend voor nationale en regionale projecten die passen bij Zeeland.
  • Lange termijn (2020-2050): zoveel mogelijk behalen van een goede ecologische toestand van onze natuur, door het toewerken naar een goede staat van instandhouding van de Natura2000 gebieden in 2050.

Dit doen we via een middellange termijn (2020-2030) en tussendoelen. De aanpak per gebied kost meerdere jaren en draagt bij aan meerdere doelen:

  1. Het bereiken van een duidelijke daling van de stikstofdepositie, om de kwaliteit van stikstofgevoelige Natura2000-gebieden te versterken. 
  2. Het verlagen van de stikstof neerslag om ruimte te maken om vergunningen te kunnen verlenen.

Deze doelen hebben een plek gekregen in het concept gebiedsprogramma. Hierin zijn de doelen verbreed met water-, natuur- en klimaatdoelen. Het gebiedsprogramma is in 2024 definitief vastgesteld worden en uit de maatregelenpakketten is een pakket aan koplopermaatregelen vastgesteld. Voor uitvoering van deze koplopermaatregelen is ruim 28 miljoen euro beschikbaar gesteld door het Rijk. Omdat dit niet voldoende is voor het totaal pakket, zal begin 2025 een definitieve aanvraag worden ingediend met daarin een prioritering. 

Inzet

Terug naar navigatie - Inzet

De inzet voor 2024 en verder is opgenomen in het gebiedsprogramma. Het concept daarvan is op 11 juli 2023 vastgesteld door GS. In het eerste kwartaal van 2024 is het programma definitief vastgesteld. De basisinzet is gebaseerd op de strategische aanpak stikstof: verbeteren van de natuur, reduceren van stikstof en het monitoren daarvan. In het gebiedsprogramma zijn 5 maatregelenpakketten opgenomen:

  1. Akkerbouw (inclusief zoet water)
  2. Veeteelt
  3. Water
  4. Natuur
  5. Overig (zoals recreatie en industrie)

Binnen de maatregelpakketten zijn 20 koplopermaatregelen aangegeven, maatregelen waarmee in 2024 gestart kan worden met de uitvoering. Met het uitvoeren van deze maatregelen pakketten wordt beoogd bij te dragen aan de landelijke omgevingswaarde, die in de Wet Natuurbescherming is opgenomen. Op basis daarvan moet in 2035 74% van de stikstofgevoelige natuur aan de Kritische Depositie Waarde (KDW) voldoen. Het is nog niet volledig bekend tot welk doelbereik de opgenomen maatregelen gaan komen. is in 2024 aan gewerkt. Dit hangt mede af van de vraag of, en hoeveel financiering het Rijk biedt. In ieder geval zullen de Zeeuwse duingebieden niet aan de KDW gaan voldoen. Hiervoor is veel inzet van het Rijk nodig. Zij is verantwoordelijk voor de bronnen buitenland, scheepvaart en de meetcorrectie. In 2024 is daarom ook ingezet op het blijven benadrukken en verstevigen van de lobby naar het Rijk om hier werk van te maken.

Voor het uitvoeren van de koplopermaatregelen is eind 2024 in totaal 28 miljoen euro beschikbaar gesteld door het Rijk. Omdat het aangevraagde pakket groter is, zal begin 2025 een definitieve aanvraag ingediend worden, waarin geprioriteerd wordt naar haalbaarheid en effectiviteit. In 2024 is ondertussen gestart met de uitvoering. Hiervoor is een programma uitvoering landelijk gebied opgericht. De uitvoering van zowel maatregelen binnen N2000 als buiten N2000 gebieden wordt hiermee een impuls gegeven.

Proces

Terug naar navigatie - Proces

In de voorjaarsnota 2020 is stikstof als opgave benoemd. Kern van de opgave is dat deze alleen kan slagen als alle sectoren bijdragen aan de oplossing. Daarom vormen alle betrokken partijen samen een bestuurlijk overleg stikstof Zeeland. Ook zitten alle partijen in een externe werkgroep, en per gebiedsgerichte aanpak zijn de direct belanghebbenden vertegenwoordigd. Deze aanpak is nog belangrijker geworden sinds de start van het NPLG en de koppeling van stikstof aan andere opgaven in het landelijk gebied. 

Op 10 juli 2020 hebben Provinciale Staten (PS) de strategische aanpak stikstof vastgesteld. De aanpak stikstof is continu in ontwikkeling, onder andere door landelijke ontwikkelingen. Na de opname van de aanpak van de regering in het coalitieakkoord heeft de commissie Remkes adviezen uitgebracht, gevolgd door de WSN en het NPLG in 2022. Het verschijnen van de startnotitie NPLG heeft tot veel onrust geleid. (Wederom) is de heer Remkes gevraagd hierover met alle betrokkenen in gesprek te gaan. Op basis daarvan is afgelopen maanden gewerkt aan een landbouwakkoord en zijn de scherpe randen van de startnotitie NPLG eraf gehaald. Het landbouwkakoord is echter niet afgerond bij het verschijnen van het concept gebiedsprogramma.

Dit heeft direct effect op de Zeeuwse aanpak, en de provincie Zeeland is in grote mate afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen. In het proces is daarom zowel de relatie met externe partijen als met PS van groot belang. De strategische aanpak kan tussentijds dan ook worden aangevuld. In de tweede helft van 2023 is het concept gebiedsprogramma beoordeeld door de minister van natuur en stikstof, de ecologische autoriteit en een consortium van kennis instituten. Daarnaast is het programma in de commissie Strategische Opgaven en in PS behandeld voor wensen en bedenkingen. Deze sporen hebben geleid tot een eerste versie van het gebiedsprogramma, wat de basis is geweest voor de aanvraag van middelen uit het transitiefonds.

Binnen de organisatie zijn er sterke relaties met programma's, opgaven en afdelingen. Met name de relatie met Natuur, platteland en landbouw en met vergunningverlening is van groot belang. In 2023 is gestart met het onderzoeken hoe de interne organisatie, met name met het oog op de uitvoering van het gebiedsprogramma, moet worden herzien. De opgave heeft tot doel om maatregelen op te starten en uit te werken, waarna de uitvoering op een andere plek moet plaats gaan vinden. In 2024 is daarom een programma uitvoering ingesteld. Zowel de maatregelen uit het gebiedsprogramma als de fysieke uitvoeringsmaatregelen uit het programma natuur, herstelmaatregen, natuurnetwerk en vastgoed zijn daar onder gebracht.

In 2025 zal de uitvoeringsorganisatie verder versterkt worden met het oog op de noodzakelijke versnelling. Versnelling is nodig omdat eind 2024 door de Raad van State nieuwe uitspraken zijn gedaan over vergunningverlening, waardoor de noodzaak om geborgde maatregelen te nemen nog veel groter is geworden.

Behaalde resultaten 2024

Terug naar navigatie - Behaalde resultaten 2024

In 2024 is blijvend ingezet op de pijlers uit de Zeeuwse aanpak stikstof. Dit is gedaan via onder andere het programma natuur en het vaststellen van het definitieve gebiedsprogramma. 

In juli 2023 is het concept gebiedsprogramma vastgesteld. Na beoordeling door de Ecologische Autoriteit, een consortium van kennisinstellingen en door de minister van Natuur en Stikstof, is door Provinciale staten hun wensen en bedenkingen geuit. Dit alles heeft in 2024 geleid tot het gebiedsprogramma. Hierin staan maatregelenpakketten die ervoor moeten zorgen dat de opgaven in het landelijk gebied aangepakt worden. Uit deze maatregelenpakketten zijn koplopermaatregelen vastgesteld. Maatregelen die in 2024-2028 uitgevoerd kunnen worden. Voor de financiering van deze koplopers heeft provincie Zeeland € 28 miljoen weten te verkrijgen voor uitvoering. Omdat dat niet voldoende is voor volledige uitvoering, is eind 2024 gestart met het prioriteren daarvan en het voorbereiden voor een definitieve aanvraag voor deze € 28 miljoen.

Vermindering stikstofdepositie: In 2024 is gestart met de voorbereidingen op het uitvoeren van de maatregelenpakketten uit het gebiedsprogramma, maar omdat de definitieve pakketten begin 2025 aangevraagd worden is nog niet alles gestart. Duidelijk is wel dat in 2023 een aantal vrijwillige opkoopregelingen van start zijn gegaan. Dit zijn de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijen Plus (LBV+), de gewone LBV en wellicht de tweede fase van de Maatregel Gerichte Opkoop (MGA-B). Dit zijn landelijke maatregelen waar de provincie (mede) uitvoering aan geeft. In Zeeland is een goede samenwerking opgezet rondom deze uitvoering met de zaakgeleiders van het Rijk. Er hebben zich 14 bedrijven aangemeld in Zeeland. Op dit moment vinden de verdere gesprekken met deze bedrijven plaats. Vrijwillige stoppers die niet in deze regelingen vallen worden ook geprobeerd te helpen stoppen via het gebiedsprogramma. Omdat deze regelingen complex zijn rondom staatsteun, is hier nog geen openstelling voor.

Naast vermindering van neerslag uit de agrarische sector hebben we in 2024 ingezet op het invullen van andere maatregelen zoals het maken van maatwerkafspraken in de industrie, het verbeteren van de zoet water voorziening zodat minder mest hoeft te worden gebruikt, het mogelijk electrificeren van de Fastferry en het omschakelen naar andere teelten. Dergelijke maatregelen zijn voor een groot deel opgenomen in de maatregelen pakketten van het gebiedsprogramma. Voor bijvoorbeeld zoet water projecten is inmiddels gestart met de voorbereidingen in Reimerswaal. Ook is er sterk ingezet op de maatwerkafspraken bij DOW, Yara en Zeeland Refinery. Naast het nemen van bronmaatregelen blijven we inzetten op het reduceren van stikstofdepositie uit het buitenland. Hiervoor werken we samen met Brabant en Limburg aan een kader voor vergunningverlening en met het Rijk in een buitenlandstrategie. Binnen deze strategie is op initiatief van ons gestart met een pilot zeescheepvaart. Dit heeft onder andere geleid tot juridische procedures rondom het project Ineos in Antwerpen. Op dit moment lopen de gesprekken over een onderbouwing van een dalende trend met Vlaanderen nog steeds. 

Het verbeteren van natuur is in 2024 via het programma natuur en via het gericht aanpakken van de gebieden verlopen. Het NPLG vroeg verbreding van deze gebiedsaanpak, en ondanks het verdwijnen van het NPLG, hebben wij in onder andere in Schouwen-west en Noord-west Walcheren grote stappen gezet. Andere urgente opgaven in het landelijk gebied, zoals zoet water, waterkwaliteit, verdroging en dergelijke, worden in samenhang met stikstof daar aangepakt. In 2024 is voor de Kop van Schouwen en de Manteling van Walcheren deze aanpak verder uitgewerkt, en zijn de eerste projecten gezamenlijk opgestart. Vanuit de Provincie worden de maatregelen binnen N2000 en vlak naast (programma natuur en herstelmaatregelen) en buiten N2000 gebieden op basis van het gebiedsprogramma uitvoering gegeven.

Om de resultaten te bereiken is de derde pijler, monitoring, van groot belang. Het in 2021 opgezette dataportaal is in de afgelopen jaren verder doorontwikkeld en breder beschikbaar gesteld. Hierin komen metingen, modellen en andere stikstofgegevens samen. In 2024 is de dataverzameling, onder andere via satelliet metingen verder gegaan en is het meetnetwerk geintensiveerd. Ondanks deze stappen is helaas weinig meer inzicht verkregen in de nog steeds onbekende oorzaak van de meetcorrectie. 

Tot slot is de vergunningverlening in 2024 door de Provincie Zeeland zo goed mogelijk doorgegaan. Zeeland heeft geen stop op extern salderen gezet. Dit is echter wel steeds ingewikkelder en minder betrouwbaar geworden. In 2022 en 2023, maar ook in 2024 zijn door rechters nieuwe uitspraken gedaan, waardoor vergunningverlening steeds ingewikkelder is geworden. De meest recente uitspraak van 2024 is geweest rondom intern salderen, waarmee dit principe opnieuw vergunningplichtig is geworden. Ook met terugwerkende kracht. Hiermee is opnieuw een grote categorie bedrijven mogelijk illegaal geworden en zal opnieuw vergund moeten worden. Daardoor is het belangrijke punt van het legaal maken van de PAS melders uitgebreid met deze categorie initiatieven. ook was het een belangrijk punt om een stikstofdepositie bank op te stellen. Dit is helaas in 2024 niet gelukt. Voor het legaliseren van de PAS melders en de nieuw ontstane categorie is het noodzakelijk dat er ruimte vrijgemaakt wordt, en er geborgde herstelmaatregelen zijn. Op dit moment kan dat alleen via opkoop van veehouderijen, waarvoor mogelijk extra middelen vanuit het rijk beschikbaar komen. Het gebrek aan veehouderijen maakt dat dit in Zeeland langzaam verloopt.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Begroting 2024 Wijzigingen 2024 Begroting na wijziging 2024 Rekening 2024 Restant
Lasten
010206 Landelijk gebied en stikstof 2.498 437 2.935 2.662 273
Baten
010206 Landelijk gebied en stikstof 0 1.494 1.494 1.504 -10
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -2.498 1.058 -1.441 -1.158 -283
Onttrekkingen
010206 Landelijk gebied en stikstof 0 0 0 0 0