Wij zijn dit begrotingsjaar in het landelijk gebied verder gegaan met een integrale, brede aanpak van het landelijk gebied. We werken daar samen met landbouwers, natuurbeheerders en alle andere partners in Zeeland.
Waarbij in het begin van het jaar de volledige inzet was gericht op het NPLG, is die met het afschaffen van het transitiefonds en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) in de tweede helft van het jaar afgenomen. De geringe middelen á € 7 miljoen voor de koplopersmaatregelen bij de eerste ronde toetsing waren teleurstellend. Er is ingezet op extra middelen ook na de toekenning van de € 7 miljoen, wat uiteindelijk heeft geleid tot nog eens € 21 miljoen voor het uitvoeren van koplopersmaatregelen in 2024-2028.
Voor de toekomst van het landelijk gebied is het noodzakelijk dat herstel van de natuur en onze voedselvoorziening, en daarmee de landbouw hand in hand gaan. Een helder perspectief richting een volhoudbare landbouw is dan ook cruciaal. Herstel van de biodiversiteit en het terugdringen van de drukfactoren op onze natuur, zoals stikstof, recreatie en hydrologie hebben steeds onze aandacht.
Ondanks dat het NPLG is afgeschaft, staan wij nog steeds achter ons gebiedsprogramma, waarin maatregelen zijn, en nog steeds worden geformuleerd voor behoud en verbetering van onze natuur, zoet waterbeschikbaarheid en perspectief biedt voor de landbouw. Met het uitgangspunt van de volhoudbare landbouw en de daaraan gekoppelde thema’s hebben we als provincie een heldere visie op het toekomstperspectief voor de landbouw. Belangrijke Zeeuwse aandachtspunten zijn:
- Het verbeteren van de beschikbaarheid van zoet water.
- Het verbeteren van de bodemkwaliteit in relatie tot gerichtere bemesting.
- Het verder ontwikkelen van de gewasbescherming in relatie met de functionele agrobiodiversiteit.
Als wij dit perspectief samen met de sector kunnen invullen en verzilveren zal dat tegelijkertijd leiden tot het terugdringen van verliezen van veldemissies en uitspoeling (waterkwaliteit). Daarnaast zullen wij ons inspannen de keten intensiever te betrekken bij het verder ontwikkelen van dit perspectief. De middelen die verkregen zijn voor de koplopersmaatregelen, kun hier dan ook goed voor worden gebruikt.
De samenwerking met partners, ondernemers en inwoners wordt in vijf gebieden (Grenspark Groot Saefthinge, het Veerse Meer, North Sea Port District, Noordwest Walcheren en Schouwen West verder vorm gegeven door de Zeeuwse integrale gebieden aanpak. Deze aanpak is erop gericht om in de gebieden waar meerdere grote opgaven samenkomen, ook integraal aan te kunnen pakken samen met het gebied, en de mensen die er wonen en werken, waarbij gebruik wordt gemaakt van de kenmerken van een gebied. De gebiedenaanpak Noordwest Walcheren en Schouwen West zijn het laatste gestart, maar inmiddels wordt ook voor deze gebieden gewerkt aan een gebiedsvisie met bijbehorend uitvoeringsprogramma, waar projecten uit het gebied, maar ook maatregelen die door de provincie worden uitgevoerd samenkomen en elkaar zoveel mogelijk proberen te versterken.
De natuur is in Zeeland verweven in de verschillende Zeeuwse waardevolle landschappen. De natuur binnen deze verschillende landschappen is in kwaliteit en omvang nog niet op orde. Met name de staat van instandhouding van soorten en habitats van buitendijkse gebieden (kust- en deltawateren), delen van de duinen en het agrarisch gebied zijn matig tot zeer ongunstig. Dit heeft een aantal oorzaken die om een brede aanpak van versterken en herstel vragen.
De rechtelijke uitspraak Rendac/Amercentrale van eind december (en die van Greenpeace begin januari 2025) zorgen voor een nog grotere urgentie, voor de uitvoering van genoemde maatregelen en het gebiedsprogramma. De Zeeuwse natuurmonitor laat zien dat de huidige beleidsinspanningen effect hebben, maar een extra inspanning is noodzakelijk. We blijven daarom inzetten op:
- Het op orde houden van de basis: bescherming van de natuur en inzet op een actief natuurbeheer, faunabeheer en soortenbeleid.
- Het nakomen van de gemaakte afspraken voor natuurherstel en –ontwikkeling.
- Kansen benutten voor biodiversiteitsherstel (Vogel- en Habitatrichtlijn).
- Het reduceren van stikstof (emissie en depositie).
Om tot echt herstel van de biodiversiteit te komen is meer nodig dan alleen bescherming van de bestaande natuur. Alle sectoren hebben belang bij herstel en kunnen daar een bijdrage aan leveren. Het landelijke traject van de natuurinclusieve samenleving laat zien dat hier volop kansen en win-winsituaties liggen.
Met betrekking tot de bestaande afspraken om het natuurnetwerk af te maken zijn in 2024 de eigenaren van percelen die voor het Natuur Netwerk Zeeland (NNZ) zijn benoemd benaderd en geïnformeerd over de mogelijkheden. Hiermee wordt geprobeerd een versnelling te realiseren in deze opgave. Dat heeft de eerste uitgewerkte resultaten al opgeleverd en daar gaan we in 2025 mee verder. Ook is inzet op de inrichting van onze verworven percelen voor het NNZ vergroot, waarmee we de inrichting van percelen willen versnellen. Rondom Agrarisch Natuurbeheer is het helaas niet gelukt om het geplande areaal te beschikken. Dit komt door het late openstellen van de water-pakketten. Verwacht wordt, ook door de verwachtte impuls vanuit het Rijk voor agrarisch natuurbeheer, dat dit in 2025 goed komt. In 2024 is de 2e fase van het programma natuur ingediend, en hiervoor zijn middelen, 37 miljoen euro, beschikbaar gekomen. De eerste fase van het programma natuur is inmiddels volledig financieel uitgegeven, en de laatste projecten uit die fase worden in 2025 afgerond.
Met betrekking tot het faunabeheer is sterk ingezet op het, samen met andere ganzenprovincies, opstellen van een interprovinciaal ganzenbeheerplan. Hiermee worden de uitgangspunten voor het ganzenbeheer zoveel mogelijk gelijk getrokken. Ook is in 2024 aandacht uitgegaan naar het interprovinciaal wolvenplan. Hoewel in Zeeland geen gevestigde wolven zijn, is het van groot belang daar wel op voorbereid te zijn.
Juist in een voor het landelijk gebied uitdagende tijd is het belangrijk om bewoners en toeristen te betrekken bij het landelijk gebied, bij de natuur, bij de landbouw. We moeten blijven investeren in de aantrekkelijkheid en de beleefbaarheid van het landelijk gebied. Participatie in gebiedsaanpakken en de uitvoering van projecten wordt daarom steeds belangrijker. Nu de plannen concreter zijn, zullen we in 2025 steeds meer aandacht besteden aan participatie, om zo ook invulling te geven aan het “met' zeeland.
Omdat in 2024 natuurbeleving in formatie is geschrapt, is het afgelopen jaar gewerkt aan het onderbrengen van de belevingskant via projecten bij bestaande organisaties. Dit is gelukt, waardoor de verbinding tussen mens en natuur doorgang heeft. Een belangrijke manier om de Zeeuwse historie en natuur te kunnen bekeven is het Geopark. In 2024 is het gelukt om de Unesco status voor het Geopark voor de Schelde Delta te verkrijgen.