Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat in op het beheer en onderhoud van de provinciale kapitaalgoederen. Het gaat daarbij om de eigendommen van de Provincie met een meerjarig nut en de daarbij behorende kosten voor instandhouding. Hiertoe behoren de provinciale infrastructuur en de gebouwen in ons bezit. Deze onderdelen verantwoorden we in de begroting met name  binnen het programma 'Regionale bereikbaarheid'. Deze onderdelen lopen door de gehele begroting heen en zijn in financieel opzicht meestal groot. 

We gaan in deze paragraaf in op:

  • het beleid voor het onderhoudsniveau
  • de huidige onderhoudsstaat
  • de onderhoudsplannen

Het in stand houden van de provinciale kapitaalgoederen verdelen we in drie categorieën:

  • klein/dagelijks onderhoud
  • groot onderhoud
  • vervanging/reconstructie

De geraamde instandhoudingskosten van de provinciale kapitaalgoederen presenteren we in deze paragraaf. We maken daarbij onderscheid tussen infrastructuur en provinciale gebouwen. 

Acties

Terug naar navigatie - Acties
  • Een geactualiseerd Strategisch Asset Management Plan (beheerkader infrastructuur) is gereed voor vaststelling.
  • We zijn gestart met het actualiseren van diverse uitvoeringsstrategieën per (infrastructureel) kapitaalgoed.
  • Volledigheid en actualiteit integraal informatiebeheersysteem (sturen op data).
  • Onderhoud (monumentale) panden Abdijcomplex.
  • Aanpassing gebouwen in het kader van Flexibel Werken.
  • Focus op Tijd- en plaatsbewust werken.
  • Implementatie Hospitality-concept en ontwikkeling netwerkruimte t.b.v. externe samenwerking.

Infrastructuur

Terug naar navigatie - Infrastructuur

De Provincie is als (vaar)wegbeheerder verantwoordelijk voor het in stand houden van de provinciale infrastructuur. In die rol dient de Provincie ervoor te zorgen dat het areaal in goede staat van onderhoud verkeert en dat het voldoet aan de eisen die geldende wet- en regelgeving en beleidsplannen daaraan stellen. Tabel 1 geeft een globaal overzicht van het provinciaal areaal.

We werken volgens de principes van assetmanagement, waardoor we de instandhouding van de provinciale wegen en vaarwegen doelmatig organiseren. In maart 2018 is hiervoor het Beheerkader Infrastructuur Provincie Zeeland vastgesteld door Provinciale Staten. Het Beheerkader vormt de basis voor het verankeren van assetmanagement in de provinciale manier van werken. Hierin maken we onderscheid  tussen wat we als beheerder van infrastructuur wettelijk moeten doen (basis), en wat we vanwege ambities daarop aanvullend willen bereiken (beleid). Bij het in stand houden van de infrastructuur kijken we naar:

  • De prestaties die de kapitaalgoederen moeten leveren.
  • De kosten die daaraan verbonden zijn.
  • De risico's die daarbij acceptabel zijn.

In 2023 actualiseren we dit beheerkader en krijgt het de naam 'Strategisch Asset Management Plan' (SAMP).  

Als verdere uitwerking van het Beheerkader is per infrastructureel kapitaalgoed (thema) een Uitvoeringsstrategie (beheerplan) opgesteld. Daarin omschrijven we per kapitaalgoed op hoe we omgaan met de instandhouding, de knip tussen basis en beleid en de meerjarige kosten die daarmee gepaard gaan. Tijdens het actualiseren van het SAMP starten we met het actualiseren van de uitvoeringsstrategieën.

Het integraal informatiebeheersysteem is voor goed beheer van de infrastructuur ondersteunend en deze is voor de meest omvangrijke assets bijgewerkt. De actuele gegevens in dit systeem maken het mogelijk een solide doorrekening te maken met een doorkijk van minimaal 10 jaar. Deze onderhoudsplanningen in combinatie met de daaraan ten grondslag liggende Uitvoeringsstrategieën maken het mogelijk een onderhoudsreserve in te stellen, van waaruit we de kosten van het groot onderhoud dekken. 

Op het gebied van organisatiestructuur zetten we verder in op de ingezette koers uit de voorafgaande jaren. De team- en taakindeling vormgeven, zodat dat deze aansluit bij de werkwijze van assetmanagement. De focus ligt op het toekomstbestendig inrichten van de buitendienst, het versterken van de afstemming tussen binnen- en buitendienst en de daarbij behorende dienstverlening, in lijn met de eerder genoemde visietrajecten.  

Met het verankeren van assetmanagement in de organisatie, verbetert het inzicht in meerjarige onderhoudsplanningen. Ook verbetert het de mogelijkheid tot het maken van een integrale afweging van maatregelen gericht op het instandhouden binnen én tussen de verschillende kapitaalgoederen. Daarnaast vindt afstemming plaats met de plannen op het gebied van de investeringsagenda wegen (instandhouding in relatie tot nieuwbouw). Bij de uitvoerende taken zoeken we ook afstemming en samenwerking met andere wegbeheerders binnen Zeeland. En intern is er een nauwe samenwerking met het Programma Regionale Bereikbaarheid. 

De tabellen 1 en 2 geven weer wat de geraamde kosten zijn voor de instandhouding van de kapitaalgoederen van de provinciale infrastructuur. Dit is gebaseerd op het daaraan ten grondslag liggende Beheerkader.

Tabel 1 – Kosten onderhoud infrastructuur

Tabel 1 – Kosten onderhoud infrastructuur (× € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Wegen 8.507 10.252 9.451 801
Vaarwegen 4.908 4.724 4.241 483
Groen 1.443 1.387 1.375 12
Totaal onderhoud infra 14.858 16.363 15.067 1.296

Tabel 2 – Kosten (vervangings)investeringen infrastructuur
De genoemde bedragen in tabel 4 baseren op het totale investeringskrediet. De investeringen schrijven we conform het Besluit begroting en verantwoording en de financiële verordening provincies en gemeenten af. Hierdoor verdelen we de totale last over de periode waarin we de investering gebruiken.

Tabel 2 – Kosten (vervangings)investeringen infrastructuur (× € 1.000)
Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Wegen -261 - 1.068 -1.068
Vaarwegen -11 - - -
Groen - - - -
Totaal onderhoud infra -273 - 1.068 -1.068

Provinciale gebouwen

Terug naar navigatie - Provinciale gebouwen

Bedrijfsgebouwen infrastructuur
De bedrijfsgebouwen infrastructuur zijn de wegensteunpunten en de bedieningsgebouwen voor het Kanaal door Walcheren en de Zeelandbrug. De laatste schakel in het uitvoeringsprogramma Beleidsvisie steunpunten is de nieuwbouw van steunpunt ‘s-Heer Arendskerke. Na positieve besluitvorming zal samen met het Rijk, de gemeenten en het waterschap, de benodigde wegensteunpunten voor de gladheidbestrijding in kaart worden gebracht. Het is hierbij de bedoeling om een aantal van deze steunpunten gemeenschappelijk te gaan gebruiken.
Voor het meerjarig groot onderhoud beschikken we over een beheerkader. Op basis van, een bijgewerkte, 10-jarige meerjarenplanning onderhoud provinciale gebouwen buitendienst, voeren we het uit. In de huidige meerjarenbegroting staan de volgende bedragen voor het gebruikelijke en het groot onderhoud van deze panden:

Tabel 3 – Onderhoud bedrijfsgebouwen en terreinen
Er is nu geen sprake van achterstallig onderhoud.

(bedragen x € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Onderhoud en vervanging abdijcomplex 945 823 646 177
Onderhoud gebouwen en terreinen 261 0 1 -1
Zeeuws museum inclusief depots 191 239 220 20
Pand Schuytvlot 68 68 79 -11
Totaal kapitaalgoederen gebouwen 1.465 1.130 946 184

Fietsvoetveer

Terug naar navigatie - Fietsvoetveer

In 2004 zijn de gebouwen, aanlandingsvoorzieningen en twee SWATH-schepen voor het fietsvoetveer gekocht en in gebruik genomen. De Provincie verhuurt deze aan de exploitant van het fietsvoetveer Vlissingen-Breskens; de Westerschelde Ferry BV. In de huurovereenkomst voor de schepen staat dat de Westerschelde Ferry BV verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de schepen. De gebouwen en aanlandingsvoorzieningen worden door de provincie onderhouden. In onderstaande tabel staan de onderhoudskosten weergegeven:

Tabel 4 – Kosten onderhoud faciliteiten fietsvoetveer

(Bedragen x € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Fietsvoetveer 760 735 741 -6
Totaal onderhoud fiets-voerveer 760 735 741 -6

Najaar 2022 zal de herinrichting van het stationsplein in Vlissingen starten. Dit zal ook positieve consequenties hebben voor de toegankelijkheid van de WSF. Daarnaast zal het project “Wind in de Zeilen” (vanaf 2023) mogelijkheden bieden tot samenwerking met andere partijen (gemeente Vlissingen, Prorail, NS) in het stationsgebied, zodat het hele stationsgebied eenzelfde uitstraling krijgt. Daarnaast kan samenwerking plaatsvinden op het gebied van kaartverkoop, toegang, en toegangspoortjes. De kans is groot dat deze, laatstgenoemde, voorzieningen uit het huidige pand van WSF verdwijnen en elders op het plein gaan plaatsvinden. Hierdoor ontstaat ruimte in het huidige  gebouw van WSF.

Op dit moment bekijken we de mogelijkheden om de huidige kantoorruimte WSF effectiever in te delen en eventueel uit te breiden. Ook kijken we naar de toegankelijkheid van het kantoor (momenteel is alleen een trap aanwezig) en het uitbreiden van de faciliteiten voor douche, kleed en wachtruimte personeel (de huidige situatie is Arbo-technisch ontoereikend). Enerzijds kijken we naar de korte termijn om z.s.m. te voldoen aan de Arbo eisen, nemen we ook de lange termijn planning onder de loep . Voor de langere termijn kijken we naar de herinrichting van het stationsplein en de eerder genoemde samenwerking met andere partijen, alsmede de ontwikkeling van de WSF organisatie. Dit ook met het oog op de situatie in en na 2027, wanneer de concessie opnieuw in de markt gezet wordt. Voor de korte termijn oplossing is een bedrag van € 150.000 nodig.

Kantoorgebouwen, waaronder Provinciehuis

Terug naar navigatie - Kantoorgebouwen, waaronder Provinciehuis

De provinciale kantoorgebouwen betreffen het Abdijcomplex (inclusief het deel van het Zeeuws Museum) en het pand Schuytvlot te Middelburg (huisvesting Erfgoed Zeeland). Een meerjarig Beheerplan (BOS) reguleert het beheer en onderhoud aan deze gebouwen. Het onderhoud bestaat uit bouwkundig onderhoud en installatietechnisch onderhoud.

Installatietechnisch onderhoud:
Installatietechnisch onderhoud baseren we op de NEN 2767 (conditiemeting voor bouw- en installatiedelen). Een externe gespecialiseerde partij voerde de inventarisatie en inspectie uit.We hebben de planning van dit onderhoud, waar nodig, aangepast aan de planning van investeringen in de gebouwen en bouwkundige renovaties. Dit om deze werkzaamheden gecombineerd/tegelijk uit te kunnen voeren.

Bouwkundig onderhoud:
Planning bouwkundig onderhoud baseren we op de inspectierapporten van de Monumentenwacht, die deze inspecties tweejaarlijks uitvoert. Het onderhoud kent 2 classificaties: Slecht (herstellen binnen 0-1 jaar) en Matig (herstellen binnen 1-3 jaar).Dit wordt opgenomen in het BOS. Ook grotere renovaties van gebouwen, waarbij geen bouwkundige aanpassingen aan het gebouw worden uitgevoerd, zijn hierin opgenomen.

Voor het meerjarig groot onderhoud wordt een aparte reserve groot onderhoud gevormd. Dit gebeurt op basis van een bijgewerkte 10-jarige meerjarenplanning onderhoud provinciale gebouwen. In de
huidige meerjarenbegroting staan de volgende bedragen voor het regulier en groot onderhoud van deze panden:

Tabel 5 – Kapitaalgoederen gebouwen

(Bedragen x € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Incidenteel 776 1.081 1.081 -
Structureel 689 49 -135 184
Totaal 1.465 1.130 946 184

Er is een BRIM subsidie verstrekt voor het meerjarig bouwkundig onderhoud van de monumentale panden. De subsidieregeling eindigt op 31-12-2022. Op basis hiervan is de laatste 6 jaar 50 % van de kosten gesubsidieerd. Deze bedragen zijn in de meerjarenraming verwerkt. De komende jaren zal de nadruk liggen op het onderhoud van de niet monumentale panden. Er zal geen subsidie worden aangevraagd dus de kosten voor de Provincie worden hoger. Mogelijk dat over enkele jaren de subsidie weer wordt aangevraagd. Er is momenteel geen sprake van achterstallig onderhoud.

Investeringskrediet “huisvesting in een veranderende organisatie”
Vanuit het beschikbaar gestelde investeringskrediet van € 2.715.000 zijn inmiddels de verbouwing van “De Librije”; de aanpassingen in de gebouwen in kader van ‘Flexibel Werken’ en de implementatie van het Hospitality-concept uitgevoerd. Dit laatste gaat onder andere over de aanpassing van de ontvangsthal van het Heerenlogement. Het krediet is met € 600.000 verhoogd waarmee een zogenaamde ‘netwerkruimte’ gerealiseerd is op de begane grond van het Heerenlogement ten behoeve van de samenwerking met partners. Het restant van dit krediet (€ 383.934) gebruiken we voor het geschikt maken van de voormalige reproruimte en de lunchruimte in het Heerenlogement voor vergaderen en ontmoeten/lunchen. Dit sluit aan op de voorzieningen die nodig zijn in kader van het Tijd- en plaatsbewust werken (TPBW), zie hierna. De aanbesteding start dit najaar en de werkzaamheden zullen begin 2023 klaar zijn.

Tijd en plaatsbewust werken (TPBW)
De organisatie heeft de keuze gemaakt om het werken op afstand een (meer) structurele plek te geven in de bedrijfsvoering en de omvang/inrichting van haar kantoorgebouwen aan te passen op de veranderende functie. Provinciale Staten heeft, in de vergadering van 24 juni 2022, hiermee ingestemd. In het najaar van 2022 zullen de aanpassingen in de gebouwen uitgevoerd worden en zal het TPBW verder doorgevoerd worden. Het is een proces van voortschrijdend inzicht, waarbij we voortdurend kijken hoe (de invulling van) gebouwen nog beter in dienst van personeel en processen kan staan. Hierbij staan niet alleen werkplekken centraal, maar ook de functie van ontmoetingsruimtes en ontvangst van gasten. De verwachting is dat door deze ontwikkeling het gebouw D en de bovenverdieping van gebouw E niet meer nodig zijn en afgestoten gaan worden in 2023. De opbrengst van deze panden zal aangewend worden om de kosten van het gereedmaken van betrokken panden te financieren, alsmede bij te dragen in de verduurzaming van het overige gebouwenbestand.

Verduurzaming vastgoed
In het IPO spraken provincies af dat het vastgoed van alle provincies in 2028 energie neutraal is behalve de monumentale panden. Voor monumenten geldt de landelijke afspraak om in 2030 40% CO2 gereduceerd te hebben (t.o.v. 1990) en in 2040 50%. De voorbereidingen voor de realisatie hiervan zijn al gestart. Doorvoering vindt de komende jaren plaats. Daarbij kijken we niet alleen naar de eigen gebouwen .Ook de omgeving is hierbij in beeld. Het is vooral zaak om de verduurzaming ook echt duurzaam aan te pakken. De kantoorpanden die geen monument zijn (> 100 m2) moeten in 2023 energielabel C hebben. De uitvoering van de energielabel C aanpassingen worden in het derde kwartaal van 2022 aanbesteed en in het 4e kwartaal starten de aanpassingen. Vanwege de huidige situatie in de bouw- en installatiemarkt is de verwachting dat de werkzaamheden pas het eerste kwartaal van 2023 klaar zijn.