Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat over het beheer en onderhoud van de provinciale kapitaalgoederen. Dit zijn bezittingen die de Provincie jarenlang kan gebruiken, zoals wegen en gebouwen. We leggen uit hoeveel het kost om deze bezittingen goed te onderhouden en hoe we deze kosten indelen. 

In deze paragraaf bespreken we:

  • Het beleid voor onderhoudsniveau;
  • De huidige staat van onderhoud;
  • De onderhoudsplannen.

We laten ook de geschatte kosten voor het onderhoud van provinciale eigendommen zien. We maken daarbij een verschil tussen infrastructuur (wegen) en gebouwen van de provincie.

Speerpunten

Terug naar navigatie - Speerpunten
  • Beheer en onderhoud uitvoeren volgens de principes van assetmanagement, zoals beschreven in het Strategisch Asset Management Plan.
  • De provinciale infrastructuur in stand houden zodat deze minimaal voldoet aan de basisvereisten (wet- en regelgeving en goed rentmeesterschap).
  • Groot onderhoud financieren via de onderhoudsreserve infrastructuur.
  • De vervangings- en renovatieopgaven scherp houden, programmeren en borgen.
  • Geen achterstallig onderhoud toestaan.

Acties

Terug naar navigatie - Acties
  • De uitgangspunten van het Strategisch Asset Management Plan in de bedrijfsvoering opnemen.
  • Een start maken met actualisatie van diverse beheerplannen per (infrastructureel) kapitaalgoed.
  • Zorgen voor volledigheid en actualiteit van het integrale informatiebeheersysteem (sturen op data).
  • De werkzaamheden voor vervanging en renovatie programmeren.
  • Onderhoud (monumentale) panden Abdijcomplex.
  • Aanpassing gebouwen in het kader van Flexibel Werken.
  • Focus op Tijd- en plaatsbewust werken.
  • Implementatie Hospitality-concept en ontwikkeling netwerkruimte ten behoeve van externe samenwerking.

Infrastructuur

Terug naar navigatie - Infrastructuur

De Provincie is verantwoordelijk voor het onderhoud van de provinciale wegen en vaarwegen. Als beheerder zorgen wij ervoor dat deze wegen en vaarwegen in goede staat zijn en voldoen aan de geldende wetten en regels.

 In Tabel 1 staat een globaal overzicht van de provinciale infrastructuur.

Tabel 1 – Provinciaal areaal infrastructuur (afgerond)

Wegen

Hoofdrijbaan

400 km

Fietspaden

280 km

Parallelwegen

110 km

Civiele kunstwerken

260 stuks

Verkeersregelinstallaties

25 stuks

Lichtmasten

3.300 stuks

Bewegwijzering

1.400 stuks

Water

Vaarweg

15 km

Beweegbare bruggen

7 stuks

Sluizen

4 stuks

Groen

Berm

600 hectare

Bomen

24.000 stuks

 

We werken volgens de principes van 'assetmanagement' om de instandhouding van de provinciale wegen en vaarwegen m de provinciale wegen en vaarwegen efficiënt te onderhouden. Assetmanagement betekent voor ons "het gecoördineerd optimaal beheren van kapitaalgoederen die van waarde zijn voor- en beantwoorden aan de doelen van de organisatie."

Met de principes van Asset Management werken we niet alleen aan regulier beheer en onderhoud, maar bereiden we ons ook voor op de toekomst. Hierbij denken we aan het ouder worden van objecten, tekort aan personeel en materialen, duurzaamheid, klimaatverandering, vergrijzing, technologische ontwikkeling en deelname van onze inwoners. We baseren onze keuzes op waarden van de organisatie, wetten, provinciale doelen en beleidsregels, richtlijnen, inbreng van belanghebbenden en trends.

  • De prestaties die de bezittingen moeten leveren.
  • De kosten die daarbij horen;
  • De risico's die we acceptabel vinden.

We maken een verschil tussen wat we als wegbeheerder wettelijk moeten doen (basis) en wat we extra willen doen om onze ambities te bereiken (beleid).

Tabel 2 – Vastgestelde ambitie infrastructurele kapitaalgoederen  
Thema Vastgestelde ambitie
Droge kunstwerken Basis
Natte kunstwerken Basis
Elektrotechnische Verkeersvoorzieningen Basis
Verhardingen Basis
Groen Basis + Beleid (ecologisch bermbeheer)
Dienstverlening Basis + Beleid (verkeers- en incident management)
Overige infrastructurele kapitaalgoederen Basis

Het in stand houden van de provinciale kapitaalgoederen verdelen we in drie categorieën:

Dagelijks of regulier onderhoud
Veel activiteiten om de (vaar)weginfrastructuur te onderhouden voeren we jaarlijks uit. Dit is dagelijks of regulier onderhoud, zoals het schoonhouden van de wegen, het maaien van bermen en het herstellen van schades. Voor dagelijks onderhoud gelden de volgende voorwaarden:

  • Planbare activiteiten met een frequentie van minder dan 1 jaar.
  • Niet-planbare activiteiten (zoals calamiteiten).
  • Activiteiten die niet in de reserve groot onderhoud zijn opgenomen.

Groot of planmatig onderhoud 
Naast jaarlijks terugkerend onderhoud zijn er ook activiteiten die minder vaak voorkomen, maar die relatief goed planbaar zijn. Dit is groot onderhoud. Voorbeelden hiervan zijn het opnieuw asfalteren van de wegen, het reviseren van een sluisdeur en het vervangen van lichtmasten. Voor groot onderhoud is een reserve ingesteld om ervoor te zorgen dat er voor tien jaar genoeg budget is. Onder de reserve groot onderhoud vallen:

Onder de reserve groot onderhoud vallen:

  • Planbare activiteiten met een frequentie van meer dan 1 jaar.
  • Vervanging van objectonderdelen.
  • Vervangen van gehele objecten tot maximaal € 250.000.

Vervanging en Renovatie
Dit betreft het vervangen van hele objecten, waarbij de kosten minstens €250.000 bedragen, zoals het vervangen van een viaduct of het reconstrueren van bruggen over het Kanaal door Walcheren. Financiële dekking van vervanging en renovatie van bestaande infrastructuur valt niet onder de reserve groot onderhoud.

Bij uitvoering van deze opgave lopen de afschrijvingslasten steeds meer op. Veel van de provinciale Zeeuwse infrastructuur is aangelegd tussen de jaren 50 en 80 van de vorige eeuw. De objecten: bruggen, viaducten, sluizen, wegen etc. zijn onder andere door veroudering van de materialen én steeds intensievere belasting van zwaarder en meer verkeer dicht bij het einde van hun theoretische technische levensduur. Deze toenemende behoefte aan onderhoud, renovatie en mogelijke vervanging komt op een moment dat middelen zoals tijd, geld en arbeidskracht schaarser worden. Daarom is er een reserve voor vervanging en renovatie ingesteld. Deze reserve helpt de pieken in afschrijvingslasten te egaliseren.

In tabellen 3 en 4 staan de geschatte kosten voor het onderhoud van de provinciale infrastructuur.

 Tabel 3 – Kosten onderhoud infrastructuur (× €1.000)

2025

2026

2027

2028

Wegen

9.973

9.181

9.227

9.452

Vaarwegen

6.079

4.604

11.355

4.055

Groen

1.452

1.402

1.362

1.533

Totaal onderhoud infra

13.621

12.182

12.739

12.196

 

 Tabel 4 – Kosten (vervangings)investeringen infrastructuur (× €1.000)

2025

2026

2027

2028

Wegen

700

5.045

 

5.272

PM

Vaarwegen

1.300

PM

 

-

-

Groen

-

-

-

-

Totaal investeringen infra

2.000

5.045

5.272

PM

De genoemde bedragen in tabel 4 zijn gebaseerd op het totale investeringskrediet. De investeringen schrijven we af volgens het Besluit begroting en verantwoording en de financiële verordening van de Provincie Zeeland. Hierdoor verdelen we de totale kosten over de periode waarin we de investering gebruiken.

Provinciale gebouwen

Terug naar navigatie - Provinciale gebouwen

Bedrijfsgebouwen infrastructuur

De bedrijfsgebouwen infrastructuur zijn de wegensteunpunten en de bedieningsgebouwen voor het Kanaal door Walcheren en de Zeelandbrug. De laatste schakel in het uitvoeringsprogramma Beleidsvisie steunpunten is de nieuwbouw van steunpunt ‘s-Heer Arendskerke. Na positieve besluitvorming zal samen met het Rijk, de gemeenten en het waterschap, de benodigde wegensteunpunten voor de gladheidbestrijding in kaart worden gebracht. Het is hierbij de bedoeling om een aantal van deze steunpunten gemeenschappelijk te gaan gebruiken.
Voor het meerjarig groot onderhoud beschikken we over een beheerkader. Op basis van, een bijgewerkte, 10-jarige meerjarenplanning onderhoud provinciale gebouwen buitendienst, voeren we het uit. In de huidige meerjarenbegroting staan de volgende bedragen voor het gebruikelijke en het groot onderhoud van deze panden: 

Tabel 5 – Onderhoud bedrijfsgebouwen en terreinen (× €1.000)

2025

2026

2027

2028

Structureel onderhoud

610

613 616

618

Incidenteel onderhoud

666

398

632

547

Totaal onderhoud Bedrijfsgebouwen en terreinen

1.276

1.011

1.248

1.165

Er is nu geen sprake van achterstallig onderhoud.

Fietsvoetveer

In 2004 zijn de gebouwen, aanlandingsvoorzieningen en twee SWATH-schepen voor het fietsvoetveer gekocht en in gebruik genomen. De provincie verhuurt deze aan de exploitant van het fietsvoetveer Vlissingen-Breskens; de Westerschelde Ferry B.V. In de huurovereenkomst voor de schepen staat dat de Westerschelde Ferry BV verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de schepen. De gebouwen en aanlandingsvoorzieningen worden door de provincie onderhouden. In onderstaande tabel staan de onderhoudskosten weergegeven:

 Tabel 6 – Kosten onderhoud faciliteiten fietsvoetveer (× €1.000)

2025

2026

2027

2028

Totaal onderhoud

790

674

1.090

880

Najaar 2022 is de herinrichting van het stationsplein in Vlissingen gestart. Dit heeft positieve consequenties voor de toegankelijkheid van de WSF. Daarnaast biedt het project “Wind in de Zeilen” (vanaf 2023) mogelijkheden tot samenwerking met andere partijen (gemeente Vlissingen, Prorail, NS) in het stationsgebied, zodat het hele stationsgebied eenzelfde uitstraling krijgt. Daarnaast kan samenwerking plaatsvinden op het gebied van kaartverkoop, toegang en toegangspoortjes. De kans is groot dat deze, laatstgenoemde, voorzieningen uit het huidige pand van WSF verdwijnen en elders op het plein gaan plaatsvinden. Hierdoor ontstaat er mogelijk op termijn ruimte in het huidige gebouw van WSF. We kijken daarbij naar de ontwikkeling van de WSF organisatie ook met het oog op de situatie in en na 2027, wanneer de concessie opnieuw in de markt wordt gezet.

Kantoorgebouwen, waaronder Provinciehuis

De provinciale kantoorgebouwen betreffen het Abdijcomplex (inclusief het deel van het Zeeuws Museum) en het pand Schuytvlot te Middelburg (huisvesting Erfgoed Zeeland). Een meerjarig Beheerplan (BOS) reguleert het beheer en onderhoud aan deze gebouwen. Het onderhoud bestaat uit bouwkundig onderhoud en installatietechnisch onderhoud.

Installatietechnisch onderhoud 

  • Installatietechnisch onderhoud baseren we op de NEN 2767 (conditiemeting voor bouw- en installatiedelen). Een externe gespecialiseerde partij. voert vierjaarlijks de inventarisatie en inspectie uit. Deze inventarisatie wordt ook gebruikt voor de aanbesteding van het installatietechnisch onderhoud.
  • De planning van dit onderhoud wordt, waar nodig, aangepast aan de planning van investeringen in de gebouwen en bouwkundige renovaties. Dit om deze werkzaamheden gecombineerd/tegelijk uit te kunnen voeren (prijsvoordeel) en om de overlast zoveel mogelijk te beperken.

Bouwkundig onderhoud

  • Planning bouwkundig onderhoud baseren we op de inspectierapporten van de Monumentenwacht, die deze inspecties tweejaarlijks uitvoert. Het onderhoud kent 4 classificaties: slecht; matig; redelijk en goed.
  • In de rapporten wordt het onderverdeeld in:
    • Herstel binnen 0-1 jaar (slecht)
    • Herstel binnen 1-3 jaar (slecht/ matig)
    • Herstel binnen 3-6 jaar (matig/ redelijk)
    • Herstel binnen 6-10 jaar (redelijk)
  • Dit wordt opgenomen in het BOS.
  • Ook grotere renovaties van gebouwen, waarbij geen bouwkundige aanpassingen aan het gebouw worden uitgevoerd, zijn hierin opgenomen.

Voor het meerjarig groot onderhoud wordt een aparte reserve groot onderhoud gevormd. Dit gebeurt op basis van een bijgewerkte 10-jarige meerjarenplanning onderhoud provinciale gebouwen. In de huidige meerjarenbegroting staan de volgende bedragen voor het regulier en groot onderhoud van deze panden:

 Tabel 7 – Kapitaalgoederen gebouwen (× €1.000)

2025

2026

2027

2028

Onderhoud en vervanging Abdijcomplex

903 852 973 801

Onderhoud gebouwen en terreinen

429 446 463 481

Pand Schuytvlot

36 47 187 232

Zeeuws Museum

155 189 1140 71

Totaal Kapitaalgoederen gebouwen

1.523 1.534 1.763 1.585

In de periode 2017 t/m 2022 is een BRIM subsidie verstrekt voor het meerjarig bouwkundig onderhoud van de monumentale panden. De subsidieregeling is geëindigd op 31-12-2022. Op basis hiervan is er in de periode 2017-2022 50 % van de kosten gesubsidieerd. De komende jaren zal de nadruk liggen op het onderhoud van de niet monumentale panden. Hiervoor kan geen subsidie worden aangevraagd, dus de kosten voor de Provincie worden hoger. Mogelijk dat over enkele jaren de subsidie weer wordt aangevraagd. Er is momenteel geen sprake van achterstallig onderhoud.

Hybride werken (voorheen Tijd en plaatsbewust werken (TPBW))

De organisatie heeft de keuze gemaakt om het werken op afstand een (meer) structurele plek te geven in de bedrijfsvoering en de omvang/inrichting van haar kantoorgebouwen aan te passen op de veranderende functie. Provinciale Staten heeft, in de vergadering van 24 juni 2022, hiermee ingestemd. In het najaar van 2022 zijn de aanpassingen in de gebouwen uitgevoerd en is het Hybride Werken verder doorgevoerd. Het is een proces van voortschrijdend inzicht, waarbij we voortdurend kijken hoe de invulling van de gebouwen de organisatie optimaal kan faciliteren. In dit kader is op basis van de organisatieontwikkeling en veranderende behoeften het huisvestingsplan 2022-2027 aangepast, hetgeen tot gevolg heeft dat de gebouwen D en E weer in gebruik zijn genomen. Daarnaast zullen de huisvestingsconcepten (standaard werkplekken, video -, project-, vergader- en ontmoetingsruimten etc.), worden geoptimaliseerd en onderdelen worden geherhuisvest. Dit mede om de huisvestingswensen vanuit Provinciale Staten in te kunnen vullen.

Verduurzaming vastgoed

In het IPO spraken provincies af dat het vastgoed van alle provincies in 2028 energie neutraal is behalve de monumentale panden. Voor monumenten geldt de landelijke afspraak om in 2030 40% CO2 gereduceerd te hebben (t.o.v. 1990) en in 2040 50%. De voorbereidingen voor de realisatie hiervan zijn al gestart. Uitvoering vindt de komende jaren plaats. Daarbij kijken we niet alleen naar de eigen gebouwen maar wordt, waar mogelijk, ook de omgeving hierin betrokken. Het is vooral zaak om de verduurzaming ook echt duurzaam aan te pakken.

De kantoorpanden die geen monument zijn (> 100 m2) moeten in 2023 energielabel C hebben. De uitvoering van de energielabel C aanpassingen zijn in het derde kwartaal van 2022 aanbesteed en in het 4e kwartaal zijn de aanpassingen gestart. Door onvoorziene tegenvallers (de aanwezigheid van asbest en Chroom-6) zijn de werkzaamheden pas in 2024 afgerond. Doordat gebouw D opnieuw in gebruik is genomen moeten ook in dit pand maatregelen genomen worden om aan de energielabel verplichting te voldoen.

Daarnaast is er in 2024 gestart met de voorbereidingen voor de renovatie van gebouw C. De renovatie zal mogelijk in 2025 uitgevoerd worden. Gelijktijdig met de renovatie van het pand worden zoveel mogelijk verduurzamingsmaatregelen genomen. Deze renovatie wordt een voorbeeldproject voor de verdere verduurzaming van de panden van het Abdijcomplex die voor latere jaren gepland staan.
Bij de reguliere onderhoudswerkzaamheden wordt zoveel mogelijk voor duurzame oplossingen gekozen. Voorbeelden zijn o.m. defecte verlichtingsarmaturen vervangen door LED verlichting; pompen vervangen door toerengeregelde pompen etc.